Vergiftiging, op safari, surfen en weekendje weg - Reisverslag uit Port Alfred, Zuid-Afrika van Jesper Luca - WaarBenJij.nu Vergiftiging, op safari, surfen en weekendje weg - Reisverslag uit Port Alfred, Zuid-Afrika van Jesper Luca - WaarBenJij.nu

Vergiftiging, op safari, surfen en weekendje weg

Door: Jesper Luca

Blijf op de hoogte en volg Jesper

11 Maart 2016 | Zuid-Afrika, Port Alfred

Toen ik de titel van dit derde blog zag, moest ik wel even lachen. Mijn titels zijn nogal veelzijdig, het bewijs dat ik maar weer genoeg beleefd heb.

Het eerste woord klinkt nogal zorgwekkend, dus daar zal ik even mee beginnen. Ik ben in de tweede week op een woensdagavond naar een barretje gegaan hier vlakbij de campus om de Champions League wedstrijd tussen Real Madrid en AS Roma te kunnen kijken. Daar heb ik natuurlijk wat biertjes bij gedronken, waarbij ik dankbaar gebruik maakte van de speciale bieractie van de tap. Het bier was niet het lekkerste wat ik ooit gehad heb helaas, ook proefde ik dat er water bij gegooid was, wat ze ook wel eens bij festivals doen. De volgende dag voelde ik me ’s ochtends gelijk al niet fit, ik heb ’s middags ook in bed gelegen, geprobeerd om wat te slapen. Ik kreeg vervolgens alles wat duidde op een voedselvergiftiging. Dit heeft uiteindelijk geduurd van donderdag tot de dinsdag van de volgende week. Ik heb amper wat gegeten in die tijd en bijna niet geslapen door de koorts. Maandag kreeg ik toch wel wat uitdrogingsverschijnselen en moest ik wel naar het shoppingscentrum om daar wat voor te halen. Gelukkig knapte ik dinsdag weer op en had ook gelijk mijn eetlust weer terug. Uiteindelijk is mijn conclusie dat ze in de bar kraanwater bij het bier in de tap hebben gedaan, en het kraanwater is hier absoluut ondrinkbaar, het ruikt zelfs naar klei. Maar goed, lesje geleerd, ik drink nooit meer iets van de tap in Zuid-Afrika.

Ondanks dat ik niet fit was, wilde ik absoluut niet alle activiteiten missen. We (Ik, Marc en Charlotte) hadden datzelfde weekend namelijk gepland om een autootje te huren en vervolgens naar Allicedale te rijden. Allicedale is een klein plaatsje, anderhalf uur rijden van Port Alfred, waar enkele medestudenten en vrienden verblijven. Zij zitten daar omdat ze Wildlife Management studeren en dus dichter bij de natuurreservaten moeten zitten. We mochten in de accommodatie daar verblijven zonder iets te betalen, wat dus echt super was. Zaterdag gingen we om half 7 op pad, we gingen namelijk naar Addo Elephant National Park. Dit park is het op twee na grootste reservaat van Zuid-Afrika en staat bekend om de 600 olifanten die hier leven. Met ons kleine huurautootje, gingen we met z’n vijven (Marc, Charlotte, Sven, Michael en ik) het park in. In de ochtend zagen we al gelijk veel dieren; wrattenzwijnen, koedoe’s, mangoesten, jakhalzen, reuzehagedissen en een struisvogel. Het hoogtepunt hier was toch wel dat we een bocht uit reden en vervolgens oog in oog stonden met één van de Big 5, de Afrikaanse buffel. De reusachtige buffel kwam langzaam via de weg onze kant op lopen, terwijl het ons recht aan leek te kijken. We deden de motor uit en de buffel kwam steeds dichterbij. Ik vond het nogal indrukwekkend, terwijl sommige anderen hun adem strak inhielden. De buffel bleef op een gegeven moment 5 meter van onze auto staan en liep toen voor onze auto langs de bosjes in. Hierna vroeg ik wat de criteria eigenlijk zijn voor de Big 5, toen kreeg ik dus te horen dat deze vijf dieren de gevaarlijkste dieren zijn om te fotograferen. Toen snapte ik pas waarom sommigen hun adem zo inhielden.

Na de lunch gingen we opnieuw het park in, want ja, 600 olifanten, en toch hadden wij er nog geen één kunnen vinden, redelijk dramatisch dus. Na wat tips van Rangers vonden we dan toch de eerste groep olifanten. Hoe vaak je ze ook in de dierentuin hebt gezien, in het wild zijn ze toch tien keer zo indrukwekkend. De beesten stonden bij een waterpoel en dronken en wasten zichzelf. Nummer 2 van de Big 5 was dus ook binnen. Hierna kwamen we voor een lange tijd vrij weinig tegen, afgezien van wrattenzwijnen, die je echt overal zag lopen. Op een gegeven moment passeerde een Duitser die ons vertelde dat er verder op de weg drie cheeta’s liepen. Wij moesten hier nogal om lachen, omdat dit helemaal niet mogelijk was. Het park had wel twee Luipaarden (die bijna nooit gezien worden), maar goed, dat zijn er twee, en geen cheeta’s. Verder kon hij nog hyena’s bedoelen, omdat de naam er in de buurt van komt, maar dat zijn totaal andere dieren. Terwijl we daar dus nog een beetje grapjes om maakten, reden we een heuvel over en zien we inderdaad drie volwassen cheeta’s recht op onze auto af lopen. We stopten gelijk de motor en hielden onze adem weer in, de beesten passeerden ons op enkele meters, enorm indrukwekkend. Om even aan te geven hoe klein de kans was dat we deze beesten tegen kwamen: het is het op twee na grootste park van Zuid-Afrika, er zijn maar een paar wegen en de rest is natuur, de cheeta’s zijn op zich al zeldzaam en ze hoorden dus helemaal niet in dit park thuis! De kans was dus gelijk aan 1 op duizend dat ze ons op een paar meter passeerden. Stomverbaasd dat we waren reden we honderd meter verder, waar we vervolgens vol op de remmen moesten. Rechts uit de bosjes kwamen namelijk enkele buffels, wederom slechts 4 tot 5 meter bij ons vandaan. Het bleef niet bij enkele buffels, in totaal was het een totale kudde van 16 buffels die ons passeerde. De buffels bleven steeds een paar seconden staan en leken ons telkens direct in de ogen aan te kijken. Nu wist ik dus hoe gevaarlijk ze eigenlijk waren, en hoopte ik dus van harte dat de kudde rustig door zou lopen, in plaats van dat ze over ons kleine toyotaatje gingen paraderen. Dit gebeurde gelukkig niet. Na nog wat olifanten te hebben gezien hebben we het park met een groot gevoel van voldoening en super mooie foto’s verlaten. Ondanks dat ik niet fit was, ben ik toch super blij dat ik meegegaan ben, bovendien was die accommodatie stukken beter dan thuis en kon ik dus beter herstellen.

Voor het weekend daarop hadden we alweer supertoffe plannen gemaakt. We hadden deze keer een Dodge gehuurd, waar we uiteindelijk met z’n zevenen (Marc, Charlotte, Kim, twee Michaels, Sven en ik) in pasten. Na de anderen op te hebben gepikt in Allicedale, kwamen we na een 4 uur lange rit aan in Jeffrey’s Bay. Deze stad staat bekend om zijn golven en is één van de beste surfplekken van Zuid-Afrika. We verbleven in een hostel dat ook gerund werd door surfers. Alles was top en enorm goed geregeld en de mensen waren super vriendelijk. De eerste avond deden we mee aan een braai, we hadden zelf ons eigen vlees gehaald en het werd voor ons op de braai (barbecue) klaargemaakt. ’s Avonds was het erg gezellig, met wat drankjes, een pooltafel, djembés, een gitaar en uitzicht op de oceaan hebben we ons prima vermaakt. De volgende ochtend gingen we om half tien weg om onze eerste surflessen te doen, ook georganiseerd vanuit het hostel. De wetsuites, de surfboards en de twee uur durende les kostte maar 200 Rand, wat neer komt op amper 12 euro, zeker de moeite waard dus. De techniek werd ons eerst uitgelegd en daarna gingen we voor het eerst het water in. In het begin zag ik de lol er niet zo van in, ik lag namelijk steeds te ver op mijn surfboard voordat er een golf aan kwam. Wat vervolgens gebeurd, is dat je board met de neus het water in duikt, onder je vandaan glijdt en jij dus een volle hap zout water neemt. Vervolgens wordt je ook nog onder water 10 meter meegevoerd met de stroming en kom je als een bezopen kat proestend weer boven water. Toen ik de techniek wat beter onder de knie had werd het echter verslavend leuk. Het lukte me al een paar keer te staan en een beetje met de golf mee te surfen. Na het surfen schoven we weer aan bij een braai in de avond, deze keer was het eten voor ons geregeld. ’s Middags hadden ze namelijk een snoek gevangen en die legden ze ’s avonds op de braai, super lekker! Moe dat we waren gingen we vroeg op bed. De volgende dag wilden we absoluut weer surfen, omdat er nu geen klassen waren zijn we zelf naar de kust gereden en hebben we zelf surfboards en wetsuits gehuurd. De golven waren nu iets heftiger dan de dag ervoor, soms zeker 2,5 meter hoog, waardoor onze verkregen vaardigheden van de vorige dag opeens niet altijd meer te vertrouwen waren. Hier en daar zag je iemand die probeerde een golf te pakken, vervolgens zag je niks, dan een surfboard dat twee meter in de lucht gelanceerd werd, en dan iemand die weer proestend boven water kwam, iets te grote golf dus. Toch ging het over het algemeen vrij goed, oefening baart kunst. Na een goede lunch moesten we toch helaas weer naar huis, na dit topweekend. Jeffrey’s Bay was echt een prachtige plek, de surfcultuur is iets unieks, maar iets wat super gezellig is en een gevoel van vrijheid creëert. De mensen vertrouwen je veel toe, zijn open, willen je veel leren en leven van de glimlach van andere mensen. Ik voelde me hier dan ook een stuk veiliger dan in Port Alfred. Helaas moesten we wel weer terug.

Afgelopen weekend heb ik ook weer erg veel dingen meegemaakt. Kim had namelijk een prijs gewonnen door aan een actie mee te doen en een promotiefilmpje te maken. Ze mocht 7 mensen meenemen naar de Garden Route en we zouden een gratis accommodatie en transport krijgen naar alle activiteiten die ze voor ons konden organiseren. Zaterdag verzamelden we dus bij de receptie van Stenden en ontmoetten we Leigh, hij heeft ons vervolgens het hele weekend overal naartoe gereden en weer terug, diep respect! Onderweg naar onze accommodatie langs de Garden Route, passeerden we Bloukrans bridge, de hoogste boogbrug ter wereld. Ook gelijk de hoogste bungeejump ter wereld van een brug vindt hier plaats. De brug is 216 meter hoog en tijdens de bungeejump val je zo’n 160 meter naar beneden. Erg indrukwekkend, en het staat nog steeds op mijn bucketlist, ik ga het waarschijnlijk aankomende zomer (in Zuid-Afrika is het dan winter) doen. De accommodatie was echt super en we hadden ook nog een zwembad in de tuin. Ondanks dat het weer niet zo goed was, hebben we hem toch even uitgetest. De volgende dag hadden we een druk programma. Eerst gingen we naar de Cango Caves, dit zijn druipsteengrotten en je had hier ook nog de mogelijkheid om hier een tocht te doen en door smalle gaatjes (smalste was 27 cm) te klimmen, glijden en kruipen. Dit was voor mij absoluut geen succes. Ik was namelijk veel te groot voor deze tocht, waardoor de tocht voor mij heel erg pijnlijk en intensief was. Ik raakte bovendien redelijk in paniek, want sommige plekken kwam ik gewoon bijna niet doorheen. Eenmaal buiten kon ik de grond wel kussen. Na dit eenmalige avontuur zijn we naar een ostrich (struisvogel) farm gegaan. In het gebied van de Garden Route zijn veel struisvogelboerderijen, het vlees en leer van de beesten worden veel geëxporteerd, maar ook veel gebruikt in Zuid-Afrika zelf. De farm was helaas wel vrij commercieel, het was duidelijk dat de beesten niet in optimale omstandigheden leefden en vooral voor demonstraties gebruikt werden. Dit was wel wat jammer om te zien, maar de informatie die we kregen over de beesten was erg interessant. Na de lunch zijn we de Wilderness in gegaan, zoals het gebied daar heet. Er is daar namelijk een man die in een grot leeft. Om daar te komen moesten we via een pad omhoog, tot we bij een verlaten spoorweg kwamen dat langs de zee liep. De spoorweg werd vroeger gebruikt door stoomlocomotieven als transportmiddel, later werd het ingezet voor recreatieve doeleinden. In 2006 vond hier echter een hevige overstroming plaats, door de schade was het het niet waard om de spoorweg weer op te knappen en is het dus verlaten. Ik vond het erg bijzonder om er te lopen, dit was nou een voorbeeld van een plek waar je normaal als toerist nooit zou komen, gelukkig hadden we Leigh die hiervan af wist. We passeerden tunnels, bruggen over riviermondingen en super mooie uitzichtpunten. Even verderop kwamen we bij het huis van de man die in de grot leefde. Hij gebruikte een oud perronnetje langs de spoorweg als huis en had het verder uitgebreid de grot in. Hij gebruikte materialen die aanspoelden om te gebruiken als meubels of om kunst mee te maken, erg indrukwekkend! De man was zelf de berg afgedaald om te vissen en had niet echt zin om voor ons naar boven te komen, wat meer dan begrijpelijk was, want hij stond op een rots midden in de zee. Even later zijn we verder gelopen, Leigh is samen met Marc teruggelopen om het busje op te halen en ons verderop op te pikken. Tijdens het wachten begon het te regenen… en in Afrikaanse termen is dat iets heel anders dan in Nederlandse termen. Het betekent dat de regen met stortbakken uit de hemel valt en dat een beetje bliksem en donder absoluut niet kan ontbreken. De boom waar we onder stonden kon ons dan ook niet lang droog houden en we hoopten dat Marc en Leigh op zouden schieten. Uiteindelijk kwamen ze ook aan, wij waren inmiddels in een redelijk doorweekte staat, maar zij waren er nog slechter aan toe. Er was namelijk een ruit ingeslagen en ingebroken in het busje. Ik had gelukkig niks waardevols laten liggen, maar er was onder andere 1000 Rand aan cash geld gestolen en de nieuwe iPhone van Leigh, geen goede afsluiting van de dag dus.

De volgende dag werd er ’s ochtends eerst aangifte gedaan van de diefstal van de vorige dag. Hierna gingen we op weg naar een plek ongeveer drie kwartier rijden van de accommodatie. Hier gingen we namelijk canyonen, dit betekent klimmen, klauteren en zwemmen door een canyon (een soort rotsspleet). Dit was iets wat ik al heel lang wilde doen en dus erg naar uit keek. De tocht duurde ongeveer 4 uren. We begonnen met 20 meter abseilen, de klif in, enorm vet! Tijdens de tocht zijn we onder andere ook van 4-7 meter hoge rotsen af gesprongen en zijn we via een zip lijn (soort kabelbaan) in grotten afgedaald, tussen de vleermuizen door, om met een grote plons in het water te belanden. Onze gidsen maakte de tocht echt succesvol en zaten vol met humor, mijn naam was te lang en daarom werd ik al gauw Jay of Joe genoemd, helemaal prima. De rest had ook bijnamen, zo hadden we “ninja” (helemaal zwart gekleed) en “troublemaker” (hoogtevrees). Door de activiteiten vergat je soms even om je heen te kijken, maar af en toe zwom je door de klif heen op je rug, keek je even naar boven en verbaasde je je over hoe verschrikkelijk mooi de omgeving was. Omgeven door watervallen, jungle, verborgen meertjes en strandjes en grotten, erg indrukwekkend!!!

Na de tocht begon de 4,5 durende reis naar huis weer en werden we door Leigh thuis afgezet. Ondanks het mindere weer en de inbraak hadden we echt een topweekend gehad om nooit te vergeten. Na afgelopen weekenden doe ik het weer even wat rustiger aan voor twee weken, mijn volgende blog zal dus nog even op zich laten wachten, maar hopelijk heb ik binnenkort weer net zoveel te vertellen als vandaag! Ciao!

  • 16 Maart 2016 - 13:17

    Els Smit:

    Hey Jesper,

    Wat een weer superleuk verhaal, je moet schrijver worden joh!
    ondertussen heb je al heel wat beleeft zeg, allemaal leuke dingen en ervaringen, behalve die inbraak dan.

    Ik kijk uit naar je volgende epistel, in the mean time "take care"

    big hug , je trouwe fan

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Jesper

Hoi! ik ben Jesper, momenteel studeer ik een half jaar in Port Alfred, Zuid-Afrika (de profielfoto is gemaakt in Seoul, Zuid-Korea). Naast mijn studie heb ik veel vrije tijd en hoop ik veel dingen mee te maken om hier te kunnen delen. Dit is mijn eerste grote avontuur. Ik schrijf deze blog voor familie, vrienden en verder iedereen die er geïnteresseerd in is. laat me gerust weten wat je ervan vindt of als je vragen hebt, ben ik erg benieuwd naar.

Actief sinds 08 Feb. 2016
Verslag gelezen: 277
Totaal aantal bezoekers 2604

Voorgaande reizen:

07 Februari 2016 - 30 Juli 2016

Studeren en reizen in Zuid-Afrika

Landen bezocht: